Het Nederlandstalig onderwijs is in Brussel de kortste weg naar meertaligheid
Begin deze week werd ik grootvader van Jules. Welkom, lieve schavuit! En mijn kleinzonen Oscar en Elias waren er al. Een gelukkige opa spreekt dus tot u.
Het was in die hoedanigheid dat ik onlangs naar de grootouderdag ging op de school van mijn oudste kleinzoon. Toen ik daar samen met oma en vele andere grootouders aan de schoolpoort in Ganshoren stond te wachten, bekroop me de bedenking 'maar wat doe ik hier tussen al die oude mensen?'. Tot ik besefte…, juist ja.
Ik kwam er verscheidene bekende soortgenoten tegen en het was erg aangenaam om met onze kleinkinderen spelletjes in de klas te doen. Een grootouderhand is snel gevuld. Tot mijn verrassing ontmoette ik er ook een gewezen collega uit het Brussels parlement. Toen we samen volksvertegenwoordigers waren (bijna 30 jaren geleden) was hij dat voor het FDF, het Front Démocratique des Francophones, een partij die niet bepaald opgezet was met de 'Vlaamse aanwezigheid' in Brussel. Nu heb ik met de betrokkene altijd uitstekende relaties onderhouden, hij was en is een aangename gentleman. Maar het verwonderde me hem en zijn echtgenote uitgerekend daar aan te treffen. Anderzijds, zo speciaal is dat nu ook weer niet. Brussel is erg veranderd en de scheidingslijnen tussen de oude taalgroepen zijn vervaagd en ingehaald door de nieuwe meertalige en kosmopolitische stad.
Maar toch: als zelfs de volgelingen van het FDF hun
kleinkinderen naar een Vlaamse school zien gaan, moet het toch zijn dat we met
ons Nederlandstalige onderwijs in Brussel niet zo slecht bezig zijn…
En dit is geen alleenstaand geval. De Brusselaars hebben in groten getale de brug van het Nederlands naar meertaligheid ontdekt. Niemand had dit enkele decennia geleden kunnen voorspellen. Of durven dromen.
Sven Gatz
L'enseignement néerlandophone est le chemin le plus court vers le multilinguisme à Bruxelles.
En début de semaine, je suis devenu l'heureux grand-père de Jules. Bienvenue, petit coquin ! Et mes petits-fils Oscar et Elias étaient déjà là. C'est donc un grand-père heureux qui s'adresse à vous.
C'est à ce titre que je me suis rendu récemment à la journée des grands-parents de l'école de mon petit-fils aîné. Alors que j'étais là, en compagnie de sa grand-mère et de nombreux autres grands-parents, à attendre à la porte de l'école de Ganshoren, je me suis demandé ce que je faisais ici, au milieu de toutes ces personnes âgées. Jusqu'à ce que je réalise....
J'y ai rencontré plusieurs camarades familiers et ce fut très agréable de jouer en classe avec nos petits-enfants. La main d'un grand-parent est vite remplie. À ma grande surprise, j'y ai également rencontré un ancien collègue du Parlement bruxellois. Lorsque nous étions députés ensemble (il y a presque 30 ans), il représentait le FDF, le Front Démocratique des Francophones, un parti qui n'était pas vraiment en phase avec la "présence flamande" à Bruxelles. J'ai toujours entretenu d'excellentes relations avec lui, c'était et c'est toujours un homme agréable. Mais j'ai été surpris de le trouver là avec sa femme. D'un autre côté, cette situation n'est pas si spéciale. Bruxelles a beaucoup changé et les lignes de démarcation entre les anciens groupes linguistiques se sont estompées et ont été dépassées par la nouvelle ville multilingue et cosmopolite.
Il n'empêche : si même
les partisans du FDF voient leurs petits-enfants fréquenter une école flamande,
c'est que nous ne nous en sortons pas si mal avec notre enseignement
néerlandophone à Bruxelles...
Et ce n'est pas un cas isolé. Les Bruxellois sont nombreux à avoir découvert la passerelle entre le néerlandais et le multilinguisme. Personne n'aurait pu le prédire il y a quelques décennies. Personne n'aurait osé en rêver.
Sven Gatz
