Ik zie, ik zie, wat gij niet ziet (en vice versa)

01-03-2024

Eric De Kuyper heeft een nieuw boek uit. Joepie! De Brussel(be)grijper par excellence heeft weer gekeken en geschreven. Dan spits ik nederig mijn oren en scherp ik geamuseerd mijn ogen. 'Kijk! Daar, kijk!', luidt de titel, ogenschijnlijk kinderlijk onnozel, alsof Manneke Pis himself(ke) zijn ghostwriter was. En dat is ook bijna juist, want de schrijver-verteller doorkruist Brussel samen met een klein ketje dat hem de stad, die hij alras kent als zijn eigen vege lijf, letterlijk door kinderogen laat zien. Sommige mensen observeren beter dan anderen. Eric De Kuyper is zo'n ziener. Kijken lijkt simpel. Maar is het niet. Wat zie je, wil je zien, heb je desondanks niet gezien. Wat zit er in de weg, als ruis tussen je oren en wat zorgt er voor wazigheid, tussen je ogen?

Ik geef 3 oer-Brusselse voorbeelden. Kijk bijvoorbeeld naar en wandel door het Zoniënwoud, van pakweg Bosvoorde naar misschien wel Groenendael. Is het een bos? Beslist. Is het een woud? Ja, in de zin dat het al minstens millennia deel uitmaakt van het uitgestrekte Kolenwoud dat een groot deel van ons land omvatte. Maar nee, niet helemaal, want het is ook grotendeels in bosbeheer onderhouden, ongeveer 250 jaar geleden al, met vele - meticuleus door mensenhanden - aangeplante beuken. Is dat erg? Nee, het is majestueus. Maar misschien minder ongerept dan gehoopt of gewild. Kijk dan weer ondergronds naar de Annie Cordy-tunnel die het plateau van de Koekelheuvel heimelijk verbindt met de kuip van de Vijfhoek. Is dat niet een urbane canyon? Wellicht wel. Moest die er per se zijn? Maakt die Brussels autoverkeer vanuit en naar het westen van dit koninkrijk niet al te makkelijk? Dat zou men kunnen stellen. Maar als de mollepijp er niet was, reed iedereen bovengronds. Of zoals weleer nog een etage hoger, op een viaduct razend, op slaapkamerhoogte der bewoners van de Leopold ll-laan. Dát, was natuurlijk veel beter. Snoeven sommige naftnostalgici, die nooit in Molenbeek of Koekelberg gewoond hebben. Of beweren sommige romantici die het (al dan niet ijzeren) ros op een piédestal plaatsen en hoorbaar hopen op de absolute abdicatie der automobiel. Kijk ook eens naar de Grote Markt. En geniet nog eens. Wat een schitterende plek. Een van de mooiste marktpleinen ter wereld. Omdat het waar is, herhaalde ik deze platitude nog eens volgaarne. Nochtans is dit een replica. Gedeeltelijk en gedeeld zelfbedrog. Heropgebouwd in een historische reconstructie na het Fransdolle bombardement van 1695 (terwijl de Brusselse Niedermerct veel en verschillende eeuwen ouder is). Mooi maar een tikkeltje minder echt dan gewenst.

Maar. Onze Grote Markt blijft wonderlijk. Ons Zoniënwoud is machtig. En onze tunnels zijn niet perfect maar behoeden ons voor erger. Voor de demonen uit het verleden en voor de profeten van de toekomst. Blijven kijken en blijven babbelen, beste Brusselaars. En dank u, Eric De Kuyper om ons daarbij ook te doen nadenken.

Sven Gatz 


Je vois, je vois, ce que vous ne voyez pas (et vice versa)

Eric De Kuyper sort un nouveau livre. Et c'est tant mieux ! Celui qui comprend/connaît Bruxelles par excellence a posé à nouveau son regard sur elle et a écrit Alors, humblement, je dresse les oreilles et j'aiguise les yeux, amusé. Le titre, "Kijk! Daar, kijk!" (Regarde ! là regarde!), sonne enfantin, comme si Manneke Pis lui-même était son ghostwriter. Et c'est presque ça, puisque l'écrivain-narrateur traverse Bruxelles en compagnie d'un ket qui lui fait découvrir la ville, qu'il connaît comme sa poche, à travers les yeux d'un enfant. Certains observent mieux que d'autres. Eric De Kuyper est l'un de ceux-là. Observer paraît simple. Mais ce n'est pas le cas. Que voyez-vous, que voulez-vous voir, que n'avez-vous pas encore vu ? Qu'est-ce qui gêne, comme un bruit de fond, et qui rend flou ?

Je donne trois exemples de Bruxelles. Regardez et marchez par exemple dans la forêt de Soignes, disons, de Boitsfort à Groenendael. Est-ce un bois? Absolument. Est-ce une forêt ? Oui, dans le sens où elle fait partie de la vaste forêt charbonnière qui couvrait une grande partie de notre pays depuis des millénaires. Mais non, pas tout à fait, car elle a aussi été largement entretenue par la gestion forestière, il y a environ 250 ans, avec de nombreux hêtres plantés - méticuleusement par la main de l'homme. Est-ce une mauvaise chose? Non, c'est majestueux. Mais peut-être moins vierge qu'on ne l'espérait ou qu'on ne le souhaitait. D'un autre côté, regardez sous terre le tunnel Annie Cordy qui relie subrepticement le plateau de la colline de Koekelberg au poste de pilotage du Pentagone. N'est-ce pas un canyon urbain ? Peut-être bien. Fallait-il nécessairement qu'il soit là ? Cela ne rend-il pas trop facile la circulation des voitures en provenance et à destination de l'ouest de ce royaume ? On pourrait dire cela. Mais si cette galerie souterraine n'était pas là, tout le monde roulerait en surface. Ou, comme autrefois, un étage plus haut, sur un viaduc déchaîné, à hauteur de chambre des riverains de l'avenue Léopold II. C'était bien sûr beaucoup mieux. Rouspètent certains naphtalgiques qui n'ont jamais vécu à Molenbeek ou à Koekelberg. Ou réclament quelques romantiques qui placent la monture (de fer ou autre) sur un piédestal et espèrent audiblement l'abdication absolue de la voiture. Regardez aussi la Grand'Place. Et profitez-en encore. Quelle place magnifique. L'une des plus belles places au monde. Parce que c'est vrai, je répète encore une fois cette platitude avec volubilité. Mais c'est une réplique. Une auto-illusion partielle et partagée. Reconstruite dans le cadre d'une reconstitution historique après le bombardement des Français en 1695 (alors que la Niedermerct bruxelloise est bien plus ancienne de plusieurs siècles). Magnifique mais un peu moins réel que souhaité.

Mais...Notre Grand'Place reste merveilleuse. Notre forêt de Soignes est puissante. Et nos tunnels ne sont pas parfaits, mais ils nous sauvent du pire. Des démons du passé et des prophètes du futur. Continuez à regarder et à discuter, chers Bruxellois. Et merci, Eric De Kuyper, de nous faire réfléchir.

Sven Gatz