Investeren in kwaliteit is investeren in de toekomst

03-05-2024

Wist u dat er iets meer dan 200 Nederlandstalige scholen zijn, verspreid over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Meer dan 50.000 leerlingen lopen er school. Een verdubbeling op 25 jaar. Evenveel als in Gent, de helft van Antwerpen. Een kwart van alle kinderen in Brussel spreekt dus Nederlands of wil het leren. Springplank naar meertaligheid… Het resultaat van een aangehouden langetermijnvisie over zowat alle politieke partijgrenzen heen. Er zijn nog zekerheden, gelukkig.

En eveneens het resultaat van voortdurende investeringen in kwaliteit. In leerkrachten. In schoolgebouwen. En dan bedoelen we natuurlijk in de eerste plaats de klaslokalen.
Maar daar stopt het niet, oh nee. De voorbije 10 jaren hebben we 150 speelplaatsen vergroend, aangenamer gemaakt, toffer en veiliger ook.

En de laatste jaren hebben we nog een tandje bijgestoken met de leraarskamers en de refters. Is dat wel nodig, zegt u misschien? Wel ja, de leraarskamer is toch een plekje rust voor elke leerkracht. Het is meer dan een tafel, een stoel en een opbergvakje voor de interne post. 135 leraarskamers hebben we de voorbije 3 jaar zo'n make over kunnen geven. En de resultaten zijn prachtig. Dat zeg ik niet, dat zeggen enthousiaste leerkrachten me zelf.

Dus geven we ook extra gas voor de refters: geluidsisolatie, nieuwe gezellige meubels en een polyvalente inrichting. Al 50 refters gedaan en nog 40 in de pijplijn.
Al die ogenschijnlijk kleine ingrepen en aanpassingen maken een groot verschil. Ze zorgen voor warmte, voor goesting, voor energie. Voor respect ook: zowel kinderen als volwassenen voelen zich beter gewaardeerd in een mooie omgeving en gebouw.

En wie een goed humeur heeft, geeft beter les. Net zoals wie goed gezind is, beter en makkelijker leert.
Alle beetjes helpen. Elke leerkracht telt. Al onze ketjes tellen mee. 

Sven Gatz 


Investir dans la qualité, c'est investir dans l'avenir 

Saviez-vous qu'un peu plus de 200 écoles néerlandophones sont réparties sur le territoire de la région de Bruxelles-Capitale ? Plus de 50 000 élèves y sont scolarisés. Un chiffre qui a doublé en 25 ans. Autant qu'à Gand, la moitié d'Anvers. Un quart des enfants bruxellois parlent donc le néerlandais ou veulent l'apprendre. Un tremplin vers le multilinguisme... Le résultat d'une vision à long terme soutenue, dépassant à peu près tous les clivages politiques. Il y a encore des certitudes, heureusement.

Mais aussi le résultat d'un investissement continu dans la qualité. Dans les enseignants. Dans les bâtiments scolaires. Nous entendons par là bien sûr principalement les salles de classe. Mais cela ne s'arrête pas là. Au cours des dix dernières années, nous avons reverdi 150 cours de récréation, les avons rendues plus agréables, plus résistantes et plus sûres.

Et ces dernières années, nous sommes passés à la vitesse supérieure en ce qui concerne les salles des professeurs et les réfectoires. Est-ce vraiment nécessaire, me direz-vous ? Oui, après tout, la salle des professeurs est un lieu de repos pour chaque enseignant. C'est plus qu'une table, une chaise et un casier pour le courrier interne. 135 salles des professeurs ont été rénovées au cours des trois dernières années. Et les résultats sont stupéfiants. Ce n'est pas moi qui le dis, ce sont les enseignants enthousiastes qui me le disent eux-mêmes.

C'est pourquoi nous mettons les bouchées doubles dans les réfectoires : isolation phonique, nouveaux meubles confortables et mobilier polyvalent. Cinquante réfectoires ont déjà été construits et quarante autres sont en cours de réalisation. Toutes ces interventions et adaptations apparemment mineures font une grande différence. Elles apportent de la chaleur, de la joie de vivre, de l'énergie. Le respect également: les enfants comme les adultes se sentent mieux appréciés dans un environnement et un bâtiment agréables.

Et les personnes de bonne humeur enseignent mieux. Tout comme celles et ceux qui sont de bonne humeur apprennent mieux et plus facilement. Chaque petit geste compte. Chaque enseignant compte. Tous nos ketjes comptent.

Sven Gatz