De laatste keer dat er een groot pausbezoek in België was, was ik er zowaar bij. Niet omdat ik zo gelovig was of ben. In 1985 was ik namelijk een jonge scoutsleider bij de VVKSM Graal-Inuks van de Basiliek van Koekelberg, een hele mondvol. We werden samen met de Franstalige scouts vriendelijk verzocht om de komst van Johannes-Paulus ll in en aan de Basiliek mee in goede banen te leiden. Om 5u 's ochtends werden we al op de Koekelheuvel verwacht en ontvingen we een geel-witte armband (de kleuren van het Vaticaan) en enkele summiere richtlijnen. Het was drukkend warm die dag en in feite moesten we vooral water uitdelen aan soms oververhitte pelgrims en hen desgevallend naar de opvang van het Rode Kruis leiden. Ik mocht er gewone kerkgangers aanschouwen, maar ook soms Taylor Swift-gewijze pausfans die quasi-onophoudelijk 'Vive le Pape!' riepen. Op de daken van de lanen rond de Heilig Hart-Basiliek had Opus Dei dan weer ongevraagd zijn slogans geposteerd. Vijftig tinten kerk.
Dat brengt me bij de mededeling dat ik er deze keer zeker niet zal bij zijn. Niet op de Heizel en niet aan de Basiliek, zelfs al woon ik letterlijk op een steenworp. Toentertijd wist ik dat nog niet, maar de poolse Paus Karol Wojtyla die ik van dichtbij in zijn pausmobiel aanschouwde, incarneerde eigenlijk de ommekeer in de kerk naar een conservatievere visie. De bevrijdingstheologie en de openheid deemsterden weg. En dat is sedertdien alleen maar toegenomen. Vrouwelijke priesters bijvoorbeeld of het standpunt van de Kerk t.a.v. homofilie, om van een doortastende aanpak van seksueel misbruik maar te zwijgen: het is huilen met de mijter op.
De mens en godsdienst, altijd een complex gegeven. Maar godsdiensten die dan nog eens achteruit i.p.v. vooruit evolueren, dat is nu echt iets waar deze wereld geen nood aan heeft. Mannen in gewaden die eeuwenoude boeken letterlijk nemen, niet mijn meug.
Beter een zoekende vrijdenker dan een onwankelbare zeloot. Al besef ik dat daartussen nog veel ruimte zit. Alleen, de Kerk doet er nauwelijks iets mee. Verras me, Jorge Mario Bergoglio. Het is nooit te laat.

Sven Gatz

État ou pape 

La dernière fois qu'une visite papale a été organisée en Belgique, j'y étais. Non pas parce que j'étais ou que je suis religieux. En 1985, j'étais un jeune chef scout des VVKSM Graal-Inuks de la Basilique de Koekelberg. Avec les scouts francophones, on nous a gentiment demandé d'aider à guider l'arrivée de Jean-Paul II dans la Basilique. A 5 heures du matin, nous étions déjà attendus à Koekelberg ou nous avons reçu un brassard jaune et blanc (les couleurs du Vatican) et quelques brèves directives. Il faisait une chaleur accablante ce jour-là et, en fait, notre principale mission consistait à distribuer de l'eau aux pèlerins parfois surchauffés et à les diriger vers l'abri de la Croix-Rouge si nécessaire. J'ai pu y voir des fidèles ordinaires, mais également des admirateurs inconditionnels du pape à la Taylor Swift, scandant de manière quasi-incessante « Vive le Pape ! ». Sur les toits des avenues entourant la Basilique du Sacré-Cœur, l'Opus Dei avait affiché ses slogans sans y être invité. Cinquante nuances d'église.
Ce qui m'amène à vous annoncer que je n'y serai certainement pas cette fois-ci. Ni au Heysel, ni à la Basilique, alors que j'habite littéralement à un jet de pierre. À l'époque, je ne le savais pas, mais le pape polonais Karol Wojtyla, que j'ai observé de près dans sa papamobile, incarnait en fait le tournant de l'Église vers une vision plus conservatrice. La théologie de la libération et l'ouverture s'estompaient. Et cela n'a fait que s'accentuer depuis. Les femmes prêtres, par exemple, ou la position de l'Église concernant l'homosexualité, sans parler de l'attitude de l'église face aux abus sexuels : triste à en pleurer.
L'homme et la religion, une question toujours complexe. Mais des religions qui reculent au lieu d'avancer, le monde n'en a vraiment pas besoin. Des hommes en robe qui prennent au pied de la lettre des livres vieux de plusieurs siècles, ce n'est pas ma tasse de thé.
Mieux vaut un libre penseur en quête qu'un fanatique inébranlable. Bien que je sois conscient qu'il y ait encore une marge importante entre les deux. Seulement, l'Église n'en fait presque rien. Surprends-moi, Jorge Mario Bergoglio. Il n'est jamais trop tard.

Sven Gatz